Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Rozendaal

betekenis & definitie

1) vlek in Noord-Braband; zie ROOSENDAAL.

2) dorp in Gelderland, 1 uur gaans benoorden Arnhem, niet onderhoorige gehuchten (Terlet, Imbosch, Plagdel) 600 inw. Bezuiden R. het Huis-te-B., eertijds jachtslot der graven (later hertogen) van Gelderland, werd 1482 na een beleg van 14 dagen bemachtigd door den hertog van Cleve; in 1505 veroverd door Filips (I van Spanje) en 1511 heroverd door Karel van Egmond (sedert 1492 hertog van Gelder), werd het Huis-le-R. in 1516 door dezen verpand aan Gerrit van Scherpenzeel. Anderhalf uur g. benoord, het dorp 't Rozendaalsche bosch.

< >