Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Pausanias

betekenis & definitie

1) beroemd sparlaansch veldheer, zoon van Cleombrotus, koning van Sparta,was rijksbestuurder gedurende de minderjarigheid van zijnen neef Plistarchus, den zoon van Leonidas (479 v. Chr.); hij had in groote mate deel aan de overwinning van Platea (479) en aan de bevrijding van de grieksche steden in Azië; doch hij bezoedelde zijnen roem door het oor te leenen aan de aanbiedingen der Perzen, met wier hulp hij zijn vaderland onder het juk hoopte te brengen.

Hij werd door den senaat teruggeroepen uit het leger, ter beschikking van de ephoren gesteld, overtuigd vpn hoog verraad en ter dood veroordeeld. Hij zocht eene wijkplaats in den tempel van Minerva, waar niemand hem vatten mocht: doch dadelijk werden nu de deuren van den tempel dichtgemetseld, zoodat P. in die heilige vrijplaats den hongerdood stierf (477 v. Chr.).2) kleinzoon van den vorige, regeerde als koning over Sparta van 409 tot 397 v. Chr., en volbracht eenige krijgstochten in Attica; doch niet in zijne krijgs-ondernemingen geslaagd, zooals zijne onderdanen gewenscht hadden, zag hij zich genoodzaakt de vlucht te nemen: hij nam de wijk naar Tegea, waar hij 385 v. Chr. stierf.
3) de moordenaar van Philippus van Macedonië, behoorde tot diens lijfwacht, en beging zijne gruweldaad waarschijnlijk om zich over eene of andere ondervondene verongelijking te wreken, ofschoon het waarschijnlijk is dat ettelijke macedonische grooten, en misschien Olympias zelve van zijn opzet kennis droegen. Op zijne vlucht werd hij gevat, en met den kruisdood gestraft.
4) grieksch geschiedschrijver en geograaf, uit Cesarea in Cappadocië, deed groote reizen, en schreef daarover (omstr. 170 na Chr.) de Periegesis, zijnde een der kostelijkste werken, die wij uit de oudheid bezitten wat de topographie en de geschiedenis van het oude Griekenland, en ook de beschrijving van de kunstproducten en monumenten der Grieken betreft. De beste editiën van P. zijn die van Schubert en Walz (3 dln. Leipzig 1838-39), en van Dindorf (Parijs 1845); verdienstelijk is ook die van Clavier (met fransche vertaling, (6 dln. Parijs 1814—21).

< >