in Sparta de magistraatspersonen, die voor het binnenlandsch bestuur hadden te zorgen; een hunner voornaamste bevoegdheden was later ook het opzicht over de opvoeding der jeugd. Aanvankelijk hadden de E., zooals ze waren aangesteld door Lycurgus (884 v.
Chr.), slechts een beperkt gezag, dat echter aanmerkelijk uitgebreid werd door koning Theopompus (770 v. Chr.); het toppunt van hunnen invloed bereikten de E. tijdens den Peloponnezischen oorlog.