Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Ostrowski

betekenis & definitie

oud adellijk poolsch geslacht, van welks leden wij noemen: O. (Christinus), was onder Jagello kastellaan van Krakau en een dapper veldoverste.

(Constantinus), vermaard veldheer, werd in den slag van Wedrokha (1500) gevangen genomen door de Russen, doch bleef doof voor de aanbiedingen van ivvaii III, die alles aanwendde om O. in russische dienst te doen overgaan. In 1514 versloeg O. (bij Orja) Glinski en de Russen; hij behaalde schitterende overwinningen op de Moldaviërs, op de Turken en op de Tartaren van deKrim, die een verdelgings-oorlog waren komen voeren in Polen; hij leed echter de nederlaag tegen hen bij Sokol in Voihynië (1519), doch overwon hen op zijne beurt bij Olchenica (1522), waar hij 40,000 chrislen-gevangenen verloste.

(Thomas Adam Rawicz), afstammeling van den vorige, geb. 1739, gest. 1817, vervulde verscheidene missiën bij den koning van Pruisen, bij Lodewijk XV en bij den Paus, werd kamerheer van Stanislas Poniatowski, lid der commissie over de schatkist, verklaarde zich voor de Poolsche constitutie van 1791, werd benoemd tot minister van finantiën van Polen, doch trachtte tevergeefs Stanislas te bewegen om wederstand te bieden aan Rusland ; hij werd afgezdt door de geconfedereerden van Targowica, en onder toezicht van de russische politie gesteld te Kiew. Nadat hem de vrijheid teruggegeven was, ontving hij 1809 den titel van maarschalk van ’t groothertogdom Warschau, en van 1811 tot 1813 was hij president van den poolschen senaat.

< >