(hebr. de mensch), naam van den eersten mensch die, op den laatsten dag der Schepping geschapen, in het Paradijs of den hof van Eden werd geplaatst, waar hij met Eva (hebr. Havva, leven, moeder van alle leven) verbleef, totdat hunne ongehoorzaamheid veroorzaakte, dat zij daaruit verdreven werden.
Naar tle overlevering, die ons in den Bijbel bewaard is, zijn deze twee menschen de stamouders van het geheele menschdom. Adam leefde 930 jaren en was de vader van Abel, Cain, Seth, en van meer kinderen, die niet met name genoemd worden.