keizer van Duitschland, geb. 24 Febr. 1557, was de vierde zoon van keizer Maximiliaan II, werd 1595 aangesteld als stadhouder in Oostenrijk, en uithoofde van de werkeloosheid van zijnen broeder (keizer Rudolf II) gedoodverfd als hoofd van het Oostenrijksche huis. In 1606 noodzaakte hij zijnen broeder, hem Moravië, Oostenrijk en Hongarije, en 1611 ook Bohemen, Silezië en de Lausitz af te staan, aan Rudolf slechts de keizerskroon latende tot aan diens dood 24 Juni 1612, toen die overging op het hoofd van M.
Intusschen was M. reeds 4 Dec. 1611 in den echt getreden met Anna, dochter van zijnen oom aartshertog Ferdinand. Aan den oorlog met de Turken maakte M. een einde, door eenen voor hem ongunstigen vrede te sluiten (1615); hij was ook niet bij machte de ontbinding van het Duitsche rijk te verhinderen, en in zijne erflanden de bewegingen te onderdrukken, die den 30-j. oorlog teweeg brachten. Hij stierf 20 Maart 1619.
