Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Marosia

betekenis & definitie

eene romeinsche vrouw, dochter van de eerste Theodora, trouwde omstr. 906 met Alberik, graaf van Tusculum en markies van Camerino, door wiens dood zij reeds spoedig weduwe werd. Hare schoonheid en hare kuiperijen verschaften haar eenen grooten invloed op de aanzienlijke mannen van Rome, zoodat zij naar willekeur beschikken kon over het hoogste gezag, en pausen aanstelde en afzette naar het haar behaagde.

In 904 werd door haren invloed tot paus verkoren Sergius III, met wien zij in ontucht leefde, en die een zoon bij haar verwekte (den lateren paus Johannes XI). In 911 bracht zij Anastasius III op den pauselijken stoel, in 913 Landon. In 928 liet zij Johannes X afzetten, die door den invloed van hare zuster Theodora (hare medestanderes naar 't gezag) tot paus verkoren was, en dien afgezetten paus (Johannes X) liet zij vervolgens met de hulp van haren tweeden man (Guido, hertog van Toskanen) wurgen, en plaatste daarna in 931 den bij haar door Sergius III verwekten zoon op den pauselijken stoel onder den naam van Johannes XI. Ten tweeden male weduwe, trouwde zij 932 met Hugo van Provence, die koning van Italië geworden was. Doch toen deze eens de onvoorzichtigheid begaan had aan Alberik, den oudsten zoon van Marosia, eene oorveeg te geven, verschafte de daarover gebelgde Alberik zich eenen aanhang onder de romeinsche jongelingschap, vermoordde de lijfwacht van zijnen schoonvader, die zelf zijn behoud zocht in de vlucht, zoodat Alberik zich van het bewind meester maakte, waarop hij zijne moeder gevangen liet zetten in het kasteel San-Angelo, waar zij gekerkerd bleef tot aan haren dood.

< >