1) de rethor. geb.omstr. 58 v. Cbr. te Cordova, leeraarde gedurende 40 jaren rhetorica te Rome, en stierf tusschen 30 en 40 na Chr. in zijne geboortestad.
De fragmenten zijner Controversiarum libri X en der Smsorim zijn in het licht gegeven door Gronovius (Leiden 1649; Amst. 1672) en door Bursian (Leipzig 1857). Deze S. liet drie zonen na:1) M. Annaens Novatns: zie GALLIO;
2) L. Annaens de philosoof; zie 2 regels verder;
en
3) Annaeus Mela, vader van Lneanas ; zie het art. LÜCANUS.
2) (Liicias Annaens), de philosoof, zoon vau den vorige, geb. 2 of 3 jaren na Clir. te Cordova, kwam reeds vroeg naar Rome, wijdde zich hoofdzakelijk aan de wijsbegeerte, waarin hij de Stoïcijnsche school aanhing. Onder Claudius werd hij door Messalina belicht van geheime kuiperijen met Julia, de dochter van Germanicus, weswege hij naar Corsica gebannen werd (41 na Chr.), waar hij acht jaren als balling doorbracht tol aan Messalina's dood. Door de nieuwe keizerin (Agrippina) werd S. aangesteld als leermeester van Nero, die hem echter later (anno 65 na Chr.) wegens deelneming aan de samenzwering van Piso ter dood veroordeelde, waarop S. zich de aderen liet openen en doodbloedde, De beste ediliën der talrijke werken van S., waaronder ook tien Treurspelen, leverden Gronovius (2 dln. Amsterdam 1662), Ruhkopf (5 dln. Leipzig 1797—1811) en Fickert (3 dln.Leipzig 1842—45).
