(Charles de), uit een deraanzienlijkste geslachten van Vlaanderen, geb. omstr. 1470, onderscheidde zich in oostenrijksche dienst onder de regeering van Maximiliaan en van Karel V ; werd gouverneur van Doornik 1521, onderkoning van Napels 1522, en voerde het opperbevel over de keizerlijke troepen na den dood van Prosper Colonna 1523. Hij maakte zijnen naam onsterfelijk in den slag van Pavia, waar Frans I door hem overwonnen en krijgsgevangen gemaakt werd.
Vier jaren later (1527) stierf L. te Gaêta.(Ferdinand de), zoon van den vorige, muntte niet alleen als krijgsman, maar evenzeer als geleerde uit.
(Juliana Cornelia, barones van), geb. 1738 te Breda, gest. 18 Febr. 1782 te Geertruidenberg, heeft krachtdadig medegewerkt ter ontwikkeling van de hollandsche poëzie. Onder hare Dichtkundige Werken (2 dln. Leiden 1780) en Nagelaten dichtwerken (uitgegeven door Bilderdijk, Leiden 1783) treft men verscheidene dramaas aan.