(Mehemed) of Kiuperli, grootvizier gedurende de minderjarigheid van sultan Mahomed IV, was 71 jaren oud toen hij 1656 dien hoogen post aanvaardde, en bekleedde dien tot aan zijnen dood 31 Oct. 1661, voerde met kracht de teugels van het bewind, en deed in staatkundige geslepenheid niet onder voor zijnen tijdgenoot Richelieu in Frankrijk.
(Achmed), zoon van den vorige, geb. 1626, volgde 1661 zijnen vader als grootvizier op, en was, bij even groote bekwaamheid, minder hardvochtig en wreed. Hij voerde niet ongelukkig oorlog tegen Hongarije (1662), en verloor 1664 tegen Montecuculli den slag van St.-Gotthard, doch bedong niettemin een voordeeligen vrede te Temesvar (1664). In 1669 bemachtigde hij Candia, waarvan het beleg 24 jaren geduurd had; 1672 veroverde hij Kaminiec, en stierf 30 Oct. 1676, op reis zijnde, in het kamp bij Adrianopel.
(Mustapha), zoon van den vorige, werd 7 Nov. 1689 tot grootvizier benoemd door Soliman III, en herstelde door wijze maatregelen de rampen, teweeg gebracht door de omwenteling, waardoor Mahomed IV van den troon was gestooten. Dadelijk na zijn optreden (1689) had hij den oorlog verklaard aan Hongarije, en behaalde aanvankelijk verscheidene voordeelen, bemachtigde Widdin, Belgrado, enz., en sneuvelde in den beslissenden slag bij Salankemen, op het oogenblik, waarop hij zich reeds zeker waande van de overwinning.
(Amoedzjazade Hossein), neef van den vorige, werd 1697 door Mustapha II tot grootvizier benoemd, sloot den vrede van Carlowicz, nam 5 Sept. 1702 zijn ontslag, en stierf 22 Sept. 1702.
(Niuhman), zoon van Mustapha K., werd 15 Juni door Achmed III tot grootvizier benoemd, doch bekleedde die waardigheid slechts tot 7 Aug. 1710, dus nog geen twee maanden, omdat hij niet het werktuig wilde zijn van des sultans hebzucht en onrechtvaardigheden; hij werd als stadhouder naar Negropont verbannen. Deze K. had een tijd lang de manie, zich te verbeelden, dal er eene vlieg op zijn neus zat; van die manie werd hij genezen door een fransch dokter, die kwansuis eene operatie aan zijnen neus deed en toen eene doode vlieg te voorschijn bracht, die hij zich tot dat einde vooraf verschaft had.
