oudste zoon van Soliman I, was bestemd om zijns vaders opvolger te worden, en beloofde voor hel lurksche rijk eenmaal een uitstekend vorst te zullen zijn; doch zijne sluwe stiefmoeder Roxelane wist het zoo ver te bren gen, dat zij hem bij zijnen vader geheel in ongenade stortte, doordien zij Soliman overreedde, dat M. het er op muntte om hem van den troon te stooten. De jonge prins bevond zich toen op zijnen post als stadhouder van Amasia; en Soliman begaf zich naar het niet ver van daar liggende kamp der turksche armee, waar hij zijn ,-oon tot zich ontbood: en nauwlijks had M.
zijne voeten in Soliman’s tent, of hij werd op diens bevel gegrepen en gewurgd, zonder dat het hem zelfs vergund werd, een woord ter zijner rechtvaardiging te spreken (1553). In het volgende jaar legde de listige Roxelane het er werkelijk op aan om Soliman van den troon te werpen; tot dat einde liet zij een bedrieger optreden, die, zich voor Mustapha uitgevende, eene groote menigte Musulmanncn misleidde, en verscheidene provinciën in opstand bracht: doch de bedrieger werd reeds spoedig gevat en in zee geworpen.