I, de eerste sultan der Osmanen van dien naam, geb. 1589 te Magnesia, was 14 jaren oud toen hij in 1603 zijnen vader Mohammed lil opvolgde op den troon, op welken hij zich, onder oorlogen met Hongarije en Perzië en velerlei binnenlandsche beroeringen, 14 jaren staande hield, totdat hij den 22 Nov. 1617 overleed. Van geschiedkundige heteekenis is de door hem den 11 Nov. 1606 te Sitvatorek met Hongarije gesloten vrede.
Met Perzië kwam de vrede eerst in 1612 tot stand.II, geh. 1642, regeerde van 1691—1695, was iemand van zeer bekrompene bekwaamheden, zonder kracht en energie, en had aanhoudend te worstelen met binnenlandsche onlusten.
Meer belangstelling verdient A. III, geh. 1673, sultan van 1703—1730, zoon van Mohammed IV en opvolger van den onttroonden Mustapha II. Bij hem zocht Karei XII van Zweden eene wijkplaats na den slag bij Pultawa (1709), en wikkelde hem in eenen oorlog met Peter den Groote, welke met den vernederenden vrede aan de Proeth eindigde. Terwijl Achmed III gelukkig oorlog voerde tegen de Venetianen, was hij onvoorspoedig in Hongarije en verloor door den vrede van Passarowitz (1718) groote landstreken aan Oostenrijk. Even ongelukkig eindigde zijn aanvankelijk met goed gevolg gevoerde krijg tegen Perzië. Al die tegenheden lokten eenen opstand onder de Janitzaren uit (1730), die hem in den kerker wierpen, waar hij in 1736 stierf. Door hem werd (1727) de eerste drukkerij in Constantinopel aangelegd.