Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Juan van Oostenrijk

betekenis & definitie

(don), twee personen van dien naam, t.w.:

1) een der helden van de 16e eeuw, was eeu natuurlijke zoon van Karel V, verwekt bij eene duitsche dame, Barbars van Blombergh genaamd, en werd 1545 te Regenburg geboren. Door Filips II, zoon van Karel V en diens opvolger in Spanje, werd eerst alle mogelijke moeite aangewend om J. te bewegen den geestelijken staat te omhelzen; toen dit niet gelukte, werd J. 1570 met de taak belast, om eenen opstand der Mooren in Granada te onderdrukken. Hij kweet zich van die laak op doortastende wijze, en noodzaakte de opstandelingen om voor goed Spanje te ruimen. Vervolgens (1571) door de christen-vorslen gekozen om het bevel te voeren over de vloot, die zij tegen de Turken uitzonden, won hij den vermaarden slag van Lepanto, waarin de Turken 30,000 man en ongeveer 200 schepen verloren. In 1576 werd hij door Filips II naar de in opstand zijnde Nederlanden gezonden als landvoogd, en maakte aanvankelijk een goeden indruk; doch zijne huichelachtige dubbelhartigheid werd reeds spoedig door prins Willem I doorgrond, en hot duurde niet lang of hij werd door de Algemeene Staten verklaard een vijand des lands te zijn. Wel behaalde J. eene overwinning op de slaalsche armee in de vlakte van Gembloux (1578) en bemachtigde verscheidene steden; doch toen begon het krijgsgeluk hem van alle kanten tegen te zijn; de pest woedde in zijn leger, hij zelf werd aangetast door eene zware ziekte, en stierf 1 Oct. 1578 in eene armoedige hut te Bonge bij Namen. Zijn lijk werd ontleed, in reiskoffers gepakt, en te paard door Frankrijk naar Spanje vervoerd ; daar werden de stukken aaneengehccht, waarop de aanzienlijke doode werd bijgezet in het Escuriaal.
2) een spaansch veldheer, natuurlijke zoon van Fihps IV bij eene tooneelspeelster met name Marie Calderona, gel». 1629 te Madrid, werd door zijnen vader ais zoon erkend en verheven tol grool-prior van Castilië, terwijl hij hem 1647 het opperbevel toevertrouwde over de spoansche troepen tn Ilalie, in welke hoedanigheid J. zich meester maakte van Napels. Teruggeroepen naar Catalonie, bracht hij Barceiona tot onderwerping, welks inwoners zich onder bescherming van Frankrijk* gesteld hadden (1652). Vervolgens ging hij naar Vlaanderen om de Franschen te bevechten, die aangevoerd werden door Turenne, doch verloor hier den slag in de Duinen 14 Juni 1658 (zie DUINEN). Daarna naar Portugal gezonden, waar hertog Jan van Braganza kornng was geworden door de samenzwering van Pinto, leed J. de nederlaag bij Eslremos. Na den dood van Filips IV in ongenade gevallen hij de regentes, werd J. echter weder aan het hof geroepen, zoodra Karel II meerderjarig was geworden, en door dezen benoemd tot eersten minister. Hij toonde echter voor die hooge betrekking niet opgewassen te zijn, en stierf 1679.

< >