geb. te Londen 1594, gesproten uit een aanzienlijk oud geslacht (dat zijnen naam ontleende aan het vlek Hampden in Buekinghamshire, 3 uren gaans benoordw. Chesham), rijk grondbezitter en rechtsgeleerde, sedert 1626 lid van het parlement, was een verklaard bestrijder van Karel I, drong aan op het verleenen van ondersteuning aan het Protestantismus in Duitschland, dreef de Petition of Rights in het parlement (zitting 1628) door, en was een der eersten, die het voorbeeld gaven, om de door Karel I in strijd met de Magna Charta uitgeschrevene gedwongene leening te weigeren, gelijk hij ook weigerde de even wederrechtelijk gehevene zeebelasting (shipmoney) te betalen.
Deswege in rechten betrokken, meende hij met zijnen neef Cromwell naar Amerika de wijk te nemen, toen een bevel tot inhechtenisneming hem dat belette. Door het nu tegen hem gevoerde proces erlangde H. groote populariteit; in het parlement van 1640 het hoofd der oppositie, werd hij met nog vier andere leden in staat van beschuldiging gesteld wegens hoogverraad. In den oorlog, die nu tusschen het parlement en den koning uitbrak, kommandeerde H. een regement, doch werd in een gevecht bij Chaigrove gekwetst (18 Juni 1643), en stierf 6 dagen later.