vermaard aanvoerder der Hussieten, geb. 1360 te Trocznow uit adellijke boheemsche ouders, had in bnitenlandsche krijgsdienst een oog verloren (vandaar zijn bijnaam Zisca), en stelde zich, kort na de terdoodbrenging van Huss, aan het hoofd der in opstand gekomene Hussieten, die keizer Sigismond, den opvolger van Wenceslas, niet wilden erkennen als koning van Bohemen. Aanvankelijk was zijn werk slechts een vernielingsoorlog tegen de bezittingen der Roomsch-katholieken in Bohemen; doch reeds zeer spoedig veranderde dat in eenen regelmatigen oorlog tegen den keizer.
Hij stichtte Tabor, en maakte dat tot eene duchtig versterkte wapenplaats; hij gaf de nederlaag aan Sig smond in 1420 bij den berg Wiritkow, bood 1421 het hoofd aan twee legers (eene keizerlijke en eene hongaarsche) van Sigismond, verloor ook zijn tweede oog (bij 't beleg van het kasteel Raby), behield niettemin het. kommando over het leger der Hussieten, versloeg 18 Jan. 1422 bij Dnitsch-Brod eene aanzienlijke armee des keizers, drong vervolgens door in Moravië en in Oostenrijk,doch stierf 12 Oct. 1424 hij het beleg van Przibislaw in Bohemen.
