ook Janachen, Fanachen, Dac, Acken genaamd, beroemd schilder, geb. tusschen 1552 en 1556 te Keulen. Reeds in zijne vroegste jeugd de blijken gevende van zijnen talentvollen aanleg, begaf hij zich in zijn 22ste levensjaar naar Italië, waar hij in Venetië bij den nederlandscheu schilder Rems studeerde, en vervolgens naar Rome ging.
In Duitschland teruggekeerd, schilderde hij voor het beijersche hof te Munchen en voor de familie Fugger te Augsburg, totdat keizer Rudolfll hem naar Praag trok, waar hij in 1615 stierf. Stukken van zijn penseel bevinden zich in de weener galerij van schilderijen en in de munchener hofkerk. Zijn naam ontving hij naar Aachen (d. i. Aken), de geboorteplaats zijns vaders.