duitsch Prag, bah. Pr aha, het Marobodum van Ptolemeüs en waarschijnlijk het Boviasmum van Strabo, hoofdstad van Bobemen, op zeven heuvelen gebouwd, ligt aan de Moldau, 41 mijlen benoordw.
Weenen; o. a. eene 1348 door Karel IV gestichte universiteit; 140,000 inw.; geboorteplaats van Hiëronymus van Praag. De stad bestaat uit de Oude stad, gesticht omstr. 759; de Nieuwe stad, in 1348 gesticht door Karel IV, die er den naam Karlow of Karlstadt aan gaf; de zoogenaamde Kleinseileen het Hradschin. In bet begin der 15e eeuw was P. het looneel der kerkelijke woelingen, die ontstonden door de leerstellingen van Johannes Huss.reclorderuniversiteil; men leekende er 1433 de Compacla van Praag, die voor een korten tijd de rust herstelden. Inden30-j. oorlog speelde P. eeue groote rol; hier had ouder andere de befaamde uit-het-raam-werping plaats, die het begin was van den oorlog (1618); de armee van den keurvorstpaltsgraaf Frederik V werd in 1620 bij P. verslagen; de Zweed Königsmarck versloeg er de Keizerlijken (1648), en bemachtigde de stad, hetgeen een einde maakte aan de vijandelijkheden. In den Oostenrijkschen Successie-oorlog werd P. bemachtigd door Karel VII (1741); zijne bondgenooten, de Franschen, doorstonden er vervolgens een beleg, dat vermaard is door de verdediging van Chevert, en den terugtocht van Belle-Ile (1742); de Pruisen heroverden P., en lieten het vervolgens (1744) weder varen. Een derde veldslag van P. had plaats in den 7-j. oorlog tusschen de Oostenrijkers en de Pruisen, welke laatslen de stad bombardeerden (1757), doch haar niet konden bemachtigen. Te P. werd 1813 een congres gehouden, gedurende hetwelk keizer Frans I het besluit nam, Napoleon I den oorlog aan tedoen. Uit Frankrijk gebannen en Schotland verlaten hebbende, vond de oudste tak der Bourbons to P. eene wijkplaats (1833) op het kasteel Hradschin.