Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Johan Maurits

betekenis & definitie

graaf van Nassau-Siegen, geb. 1604, woonde 1632 onder prins Frederik Hendrik het beleg van Maastricht bij, .werd 1636 door de Wesl-Indische Compagnie aangesteld als stadhouder van Brazilië, waar hij aan de Portugeezen verscheidene sterke plaatsen ontweldigde, op het recief eene nieuwe stad stichtte, die naar hem den naam ontving van Maurits-slad, en een heerlijken tuin liet aanleggen voor 700 kokosboomen en fijne zuid-europeesche vruchtboomen. Na aan den botanischen tuin te Leiden veel belangrijke zeldzaamheden overgezonden te hebben, keerde hij 1644 zelf naar Nederland terug, en werd tot luit.-generaal der ruiterij aangesteld; later bedankte hij voor de betrekking van stadhouder van Brazilië, die hem opnieuw aangeboden werd.

In 1664 deed hij bij Franeker (zie dat art.) een gevaarlijken val in het water, waarnaar de brng, die oorzaak van dien val was, nog tegenwoordig de Maurils-brng heet. In 1665 streed hij tegen den bisschop van Munster, 1672 tegen de Franschen, die hij driemaal uit de nabijheid van 's-Graveland verdreef. Door den keurvorst van Brandenburg benoemd tot stadhouder van Cleve, deed J.-M. veel ter verfraaiing van dat bekoorlijk oord. Hij stierf 1679.

< >