inzonderheid drie personen van dien naam:
1) eigenlijk George Kmety, geb. 1810 te Pokoragy in Hongarije, was officier in oostenrijksche dienst, sloot zich 1848 bij de Magyaren aan, klom in de oorlogen van 1848—49 op tot den rang van generaal, en vluchtte na de catastrophe van Vilagos naar Turkije, waar hij tot den Islam overging en in turksche dienst trad. In den russischoosterschen oorlog kommandeerde hij bij de armee in Azië, en werd 1855 bevelhebber van Kars, dat hij 28 Nov.genoodzaaktwasovertegeven.Na de moordlooneelen in Syrië met uitgebreide volmachten naar Beiroet gezonden (Juli 1860) trok hij zich met kracht de bescherming der Christenen aan.
2) een Tsjerkesse, onderscheidde zich,in dienst bij de turksche armee, reeds in den oorlog tegen Rusland 1828 —29, vervolgens tegen Mebemed-Ali in Syrië, streed legen de opstandelingen in Albanië en Bosnië, zoomede legen de Monlenegrijnen, kommandeerde met veel beleid en eenen goeden uitslag de turksche ruiterij 1854 bij Esetate, en werd 17 Febr. 1854 tot moesjier (Muschir) benoemd. Vervolgens generalissimus in Klein-Azië, keerde hij 1855 als opperbevelhebber der turksche troepen aan den Donau terug.
3) tweede zoon van Ibrahim-Pacha, geb. 1830, volgde 18 Jan. 1863 zijnen oom Said-Pacha op als onderkoning van Egypte; was de oom meer Franschgezind geweest, I.-P. is meer Engelsch-gezind.