1) de heilige, een kerkleeraar uit de 4e eeuw, geb. omstr. 310 in de nabijheid van Eleutheropolis in Palestina, gest. 403, leefde eenigen tijd als kluizenaar, werd toen verheven (367) tot bisschop van Constantia op Cyprus. Hij was een ijverig bestrijder van alle ketterijen; in zijn Panarium (zijn voornaamste werk) somt hij niet minder dan 80 verschillende ketterijen op.
Al zijne werken zijn in het licht gegeven door Petavius (2 dln. Parijs 1622) en door Dindorf (5 dln. Leipzig 1859—62). 2) E., bijgenaamd Scholasticus, leefde in de Ce eeuw in Italië. Op verzoek van Cassiodorus vertaalde hij de kerkelijkc geschiedenissen van Socrates, Sozomenus en Theodoret uit het Grieksch in het Latijn, en maakte daarvan een uittreksel in 12 boeken onder den titel van Hisloria ecclesue Iriparlita (gedrukt te Bazel doorBeatusRhenanus in 1523, en door L. Cyaneus in het Fransch vertaald Parijs 1568). Ook houdt men dezen E. voor dengene, die de “Joodsche Oudheden” van Flavius Josephus in het Latijn vertaald heeft (gedrukt Oxford 1700).