uit Cuença, studeerde te Toulouse, werd aalmoezenier van koning Allons XI van Castilie, en, door dezen langzamerhand bevorderd, eindelijk aartsbisschop van Toledo. Hij was zoowel staatsman als krijgsman, redde den kondig het leven bij Algesiras, welke plaats (1343) onder zijne leiding werd belegerd, en werd vervolgens tot ridder geslagen.
Onder Peter den Wreede in ongenade gevallen, vlngttc hij naar paus Clemens VI, te Avignon, en werd kardinaal; door lnnocentius VII als legaat naar Rome gezonden, onderwierp A. in den loop der jaren 1353—62 den Kerkdijken Staat aan het pauselijk gezag en bereidde den terugkeer voor van paus Urbanus V. Hij heeft een belangrijk werk over de Roomsche Kerk geschreven, en stierf 24 Augustus 1367 te Viterbo.