de godin der aarde, was eene dochter van den Hemel en de vrouw van Saturnus, bij wien zij moeder werd van Jupiter, Juno, Neptunus en de voornaamste góden. Men noemt haar ook Demeter, Ops, Vesta, Rhea, Tellus en de Goede Godin.
Zij werd voornamelijk vereerd in Phrygië en op Creta; eerst omstreeks den tijd van Hannibal werd de dienst van C. bij de Romeinen ingevoerd, toen men haar standbeeld uit Pessinus overbragt naar Rome. Hare priesters waren de Cabiren, de Cureten, de Corybanten, de Dactylen en de Gallen; de feesten en mysteriën van C. werden door deze priesters gevierd onder het maken van allerlei vreemde ligchaams-bewegingen en met een groot gedruisch van cymbalen en andere muziek-instrumenten. De godin C. wordt afgebeeld als eene forsch gebouwde, zwangere vrouw met borsten vol zog, het hoofd omkranst met torens, groen en bont gekleed, en getrokken door leeuwen. Zie ook ATTIS.
