Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Juno

betekenis & definitie

bij de Grieken Here, koningin der góden, dochter van Saturnus en Rhea, zuster en vrouw van Jupiter, bij wien zij moeder werd van Vulcanus en Hebe. volgens sommige lezingen ook van Lucina. Buitendien was zij ook de moeder van Mars; doch dezen telg had zij alléén voortgebracht, zonder Jupiter’s medewerking, uit naijver, omdat Jupiter alléén, zonder hare medewerking, Minerva voortgebracht had.

Doorgaans wordt aan de godin J. een trotsch en jaloersch, wraakgierig karakter toegeschreven. Gebelgd omdat de herder Paris niet aan haar, maar aan Venus den gouden appel had toegewezen, verwekte J. den Trojaanschen oorlog, en rustte niet, voordat de ongelukkige stad Troje verwoest was. De gedurige minnarijen, die Jupiter buiten haar om had, verbitterden haar zeer; en al zijne minnaressen en zelfs de kinderen, door Jupiter aldus verwekt, werden door J. rusteloos vervolgd. Door hare onophoudelijke vlagen van jaloezie werd Jupiter op zekeren tijd zoo boos, dat hij haar aan eene gouden keten liet ophangen tusschen hemel en aarde. Bijzonder vereerd werd J. te Samos, te Argos, te Olympia, te Carthago en te Rome. Men beschouwde haar als beschermgodin der huwelijken en der kindergeboorten. De pauw, het zinnebeeld van schoonheid en hoogmoed, was aan haar toegewijd. Zij wordt gemeenlijk voorgesteld, gezeten op eenen troon, met de diadeem op het hoofdendenschepterin de hand; naast haar staat een pauw, en achter haar is Isis bezig de kleuren van den regenboog te ontplooien. Bekendste bijnamen van J. waren Lucmaen Pronuba.

< >