een der oudste familiën in Engeland, waarvan de stamheer is : Walter, de zoon van een normandischen baron met name Richard-Fitz-Ponce; deze Walter nam onder Hendrik II den naam C. aan, naar de burgt C. in Hertfordshire. Een zijner afstammelingen, met name Robert, was de eerste die als lord C. in het Hoogerhuis zitting nam (1299).
De achtste lord C. (Thomas) en de negende lord C. (John) waren warme Lancasterianen, en onderscheidden zich in de oorlogen der Roode en Witte Rozen. De kleinzoon van John (nl. Henry C.) werd 1523 tot graaf van Cumberland benoemd. Een kleinzoon van dezen, namelijk C. (George), graaf van Cumberland, geb. 1558 op Brougham-Castle in Westmoreland, gunsteling van koningin Elizabeth, diende in de marine, rustte op zijne eigene kosten verscheidene kaperschepen uit, droeg veel bij tot het vernielen van de .Onoverwinnelijke vloot”, en deed elf zeetogten tegen de Spanjaarden en Portugezen. Hij was een der peers, die Maria Stnart ter dood veroordeelden; hij had ook de hand in de gevangenneming van den graaf van Essex. Hij stierf 50 Oct. 1605; en met zijn neef Henry stierf 1613 de titel van graaf van Cumberland uit. De baronie C. met den peers-titel ging echter op de vrouwelijke linie over, en kwam aan de familie Southwall. De mannelijke linie bestaat nog voort in het geslacht Clifford van Chudleigb.uit welke linie vooral bekend is; C. (Thomas), geb. 1 Aug. 1630, staatkundig intrigant onder koning Karel II en lid van het Kabaal-ministerie; zie CABAL.