Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Cumberland

betekenis & definitie

vormde oudtijds met de tegenwoordige schotsche graafschappen Dumbarton, Renfrew, Ayr, Lanark, Peebles, Selkirk, Roxburgh en Dumfries, het engelsche koningrijk Cumbria, en is tegenw. een graafschap in het noordwesten van Engeland, 73 vierk. mijl. groot met 205,000 zielen, grenst aan de lersche Zee en aan Schotland; de hoofdpl. is Carlisle. Het is een schilderachtig bergland, met vele rivieren en beken; klimaat vochtig, maar gezond.

In het noorden van het graafschap ziet men den door Adrianus gebouwden muur. Deze landstreek draagt haren naam naar de Cimbren (Cumbri of Cimbri), die C. oudtijds bewoond hebben.De naam C. is zeer bekend in de Vereenigde Staten en in de engelsche bezittingen in NoordAmerika; hij wordt gedragen door:

1) Verscheidene graafschappen in de Vereenigde Staten en ook door een graafschap in Nieuw-Zuid-Wallis (hoofdplaats Sydney).
2) eene rivier in de Vereenigde Staten ; deze loopt door de staten Kentucky en Tenessee, langs Nashville, en ontlast zich in den Ohio, na eenen loop van 100 mijlen;
3) eene bergketen, zijnde eene voortzetting van den westelijken tak van het Alleghany-gebergte; deze keten vormt in het N. O. de grensscheiding tusschen Kentucky en Virginië; in het Z. W. neemt zij het middelste gedeelte in van den Staat Tenessee;
4) eene stad met 6000 inw., hoofdpl. van het graafschap Alleghany in den n.-amerik. staat Maryland, aan de zamenvloeijing van den Potomac en de Will’s Creek, 25 mijlen ten N. W. van Baltimore.
5) een eiland in Amerika, tusschen de straat Davis en het Fox-kanaal; vormt het zuidoostelijk gedeelte van den Balïins-Parryarchipel.