Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Cleomenes (sparta)

betekenis & definitie

drie koningen van Sparta:

I, regeerde van 519 tot 491 v. Chr., deed zijn medekoning Demaratus afzetten, versloeg die van Argos, en hielp de Atheners eerst Hippius en vervolgens Clistheues verdrijven. Toen het priesterbedrog uitkwam, waardoor hij de afzetting van Demaratus bewerkt had, werd C. zelf weggejaagd; later teruggeroepen, werd hij kort daarna krankzinnigen beroofde zich zelven op de afschuwelijkste wijze van het leven. Hij werd opgevolgd door zijn broeder Leonidas I.

II, zoon van Cleombrotus I, regeerde vreedzaam

gedurende zestig jaren en tien maanden (370—309 v. Chr.).

III, zoon van Leonidas II, regeerde van 238 tot 219 v. Chr., bragt eene omwenteling in Sparta tot stand, met het doel om de instellingen van Lycurgus weder in werking te brengen. De ephoren, die zich daartegen aankantten, liet hij ter dood brengen; hij deed den senaat te niet, verordende eene nieuwe verdeeling van het grondbezit, vernietigde alle schuldvorderingen, en verbande de weelde. Hij voerde oorlog tegen de Acheërs, en Hbhaalde aanvankelijk groote voordeelen op hen; maar nadat hun aanvoerder Aratus de hulp had ingeroepen van Antigonus, werd C. overwonnen in den bergpas van Sellasia. Nu begaf hij zich naar Egypte om hulp te vinden; maar koning Ptolomeus Philopator, die bang voor hem was, liet hem in den kerker werpen, en C. zag zich genoodzaakt zelf zich van het leven te berooven (219 v. Chr.)

< >