Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Clementinus

betekenis & definitie

naam van 17 pausen, waaronder er drie zijn, die door de Roomsch-katholieken niet als pausen worden medegeteld, namelijk de tegenpausen C. III (zie GUIBERT), C.

VII (zieRojjERT VAN GENEVE), C. VIII (zie GILLES MÜNOZ). De 14 erkende zijn:I, de heilige, stierf als bisschop van Rome den marteldood voor het geloof omstr. 102; gedenkdag 23 Nov.; onder meer geschriften bestaan van hem twee zendbrieven aan de Corinthen.

II, te voren genaamd Suidger, was bisschop van Bamberg, toen hij tot paus werd verkoren door het concilie van Sutri (1046), dat bijeen was geroepen onder Hendrik den Zwarte; hij hield een concilie te Rome, en stierf 1047; hij is ook als geleerde bekend.

III, vroeger genaamd Paolo Scolaro, geb. te Rome, 1187 verkoren tot opvolger van Gregorius VIII, stierf 1191, na ijverig gewerkt te hebben voor den grooten kruistogt tegen Saladijn.

IV, vroeger geheeten Guido Fulcodi of Guido de Foulques, geb. te Saint-Gilles aan de Rhóne, eerst militair, vervolgens regtsgeleerde, toen secretaris van den heiligen Lodewijk. Na den dood van zijne vrouw omhelsde hij den geestelijken staat, werd aartsbisschop van Narbonne, kardinaal-bisschop van Sabina en legaat in Engeland; eindelijk werd bij te Perugia tot paus verkoren (1265), en stierf te Viterbo 1268. Door met den heil. Lodewijk de Pragmatieke Sanctie te teekenen maakte hij een einde aan de geschillen tusschen Rome en Frankrijk.

V, vroeger genaamd Bertrand de Goth, geb. te Villandraud, in 1300 aartsbisschop van Bordeaux, werd 1305 te Perugia tot paus verkoren, en stierf 21 April 1314 te Roquemaure in Languedoc. Sedert 1309 resideerde hij te Avignon, en toonde zich in alles bereidvaardig om Filips den Schoone te believen : de tegen dien koning door paus Bonifacius VIII uitgevaardigde bullen werden door C. V ingetrokken, en 1310 hield hij een algemeen concilie te Vienne, waarbij de orde der Tempelheeren werd opgeheven, zoodat Filips de Schoone zich toen in staat zag gesteld om zich van hunne rijke bezittingen meester te maken.

VI, vroeger genaamd Pierre Roger, geboortig uit Limousin in Frankrijk, eerst benedictijner monnik, toen aartsbisschop van Rouaan eindelijk kardinaal, werd hij vervolgens 1342 tot paus verkoren, resideerde te Avignon, en stierf 1332. Hij maakte een einde aan het schandaal der Geeselhroeders (Flagellanten), doch trachtte te vergeefs eene vereeniging tot stand te brengen van de grieksche met de roomsche Kerk.

VII, Julius van Medici, neef van Leo X, werd na den dood van Adriaan VI tot paus verkoren (1523), en stierf 1534, kort nadat hij den banvloek had uitgesproken over koning Hendrik VIII van Engeland, hetgeen de scheuring in de Kerk ten gevolge had, die de Anglicaansche Kerk in het aanzijn riep. Deze paus had ook te vergeefs het Protestantismus in Duitschland bestreden; en door het sluiten van het zoogenaamde Heilig Verbond (met Frans I, de vorsten van Italië en den koning van Engeland, tegen keizer V) had hij zich niets dan rampen op den hals gehaald: want hij werd gedurende 7 maanden gevangen gehouden in Rome, dat belegerd werd door den connétable van Bourbon, ontkwam slechts vermomd uit de belegerde stad, die bij de bestorming in handen van den vijand viel, en geplunderd werd (1527). Reeds in 1529 echter verzoende bij zich met den keizer, die daarop (1530) door hem gekroond werd.

VIII, vroeger genaamd Hippolytus Aldobrandini, geb. 1536 te Fano in den Kerkdijken Staat, werd 1592 tot paus verkoren, ontnam 1598 het hertogdom Ferrara aan het huis Este, verzoende zich met Hendrik IV van Frankrijk, wiens echtscheiding van de kinderlooze Maria van Valois hij goedkeurde, en deed eene betere editie vervaardigen van de Vulgata.

IX, vroeger genaamd Julius Rospigliosi, geb. 27 Jan. 1600 te Pistoja in Toskanen, verkoren 1667 en gest. 1669, verleende aan de Jansenisten den zoogenaamden Ctementijnschen Vrede, hierin bestaande, dat hij hen niet verder vervolgde.

X vroeger genaamd Emilius Altieri, geb. 13 Julij 1590 te Rome, verkoren 1670, nadat de pauselijke stoel, ten gevolge van de kuiperijen der kardinalen, verscheidene maanden ledig had gestaan. Hij stierf 1676, in den ouderdom van 86 jaren. Zijn hooge leeftijd had hem belet iets zelf te doen als paus, het gansche beleid der Kerk was door hem toevertrouwd aan kardinaal Antonius Paluzzi.

XI, vroeger genaamd Johannes Franciscus Albano, geb. 22 Julij 1649 te Pesaro, verkoren 1700, gaf eerst de bul Vineam Domini Sabaoth, waarbij de vijf stellingen van Jansenius werden veroordeeld, en toen (10 Sept. 1713) de beruchte bul Unigenitus, waarbij 101 stellingen van pater Quesnel veroordeeld werden. Hij was 72 jaren oud toen hij 1721 stierf.

XII vroeger genaamd Lorenzo Corsini, geb. 7 April 1652, verkoren 1732, sprak 1738 den banvloek over de vrijmetselaars uit, en stierf (88 j. oud) in 1740.

XIII, vroeger Carlo de ia Torre di Rezzonico, een Venetiaan, geb. 17 Mrt. 1693, tot paus verkoren 1758, beleefde de verdrijving van de Jezuiten uit Portugal, Frankrijk, Spanje en Napels, ofschoon bij al het mogelijke deed om hen staande te houden. Zijn pausschap werd overigens beroerd door de aanrandingen van Hontheim op de regten van den paus; hij was genoodzaakt toe te geven aan de eischen der dissidenten in Polen ; 1768 verloor hij het graafschap Avignon en het hertogdom Benevento, ten gevolge van geschillen met den jongen hertog van Parma uit het huis van Bourbon. Hij stierf 1769.

XIV, vroeger genaamd Lorenzo Ganganelli, geb. 31 Oct. 1705 te San-Arcangelo bij Rimini, was de zoon van een geneesheer. Zijne verkiezing, ondersteund door Frankrijk, had plaats 1769, na den dood van C. XIII. Hij kwam weder in het bezit van Avignon en Benevento, aan zijnen voorganger ontnomen. Als bevorderaar van kunst en wetenschap stichtte hij het Clementijnsche Museum (Museo Pio-Clementino). Na jaren lang getemporiseerd te hebben, zag hij zich door den aandrang van verscheidene hoven eindelijk genoodzaakt 21 Julij (16 Aug.) 1773 de beruchte bul Dominus ac redemplor noster uit te vaardigen, waarbij de orde der Jezuiten werd opgeheven. Reeds kort daarna'(22 Sept. 1774) stierf hij, volgens sommigen omgebragt door vergif.

< >