Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Chouans

betekenis & definitie

naam, in de oorlogen derVendee gegeven aan de boeren van Bretagne en NederMaine, die, onder het voorwendsel, dat ze streden voor de belangen van het koningschap, de wegen onveilig maakten, dorpen en vlekken platbrandden en allerhande daden pleegden van roof en geweld. Ze werden C. genoemd naar hunnen eersten aanvoerder Jean Cottereau, een klompenmaker uit Laval, die in de wandeling Jean Chouan (Chat-huant, d. i. nachtuil) genoemd werd, omdat hij een berucht smokkelaar was.

Na een paar jaren eenen voor het land verderfelijker! gnerilla-oorlog te hebben gevoerd, werd de bende van Jan den Smokkelaar 2 Febr. 1794 door de troepen der Republiek verslagen, waarbij hij zelf sneuvelde. Onder den naam C. verstond men overigens weldra al de Vendeérs, en hun strijdvoeren tegen de troepen der Republiek werd bestempeld met den naam vanChouannerie. Generaal Hoche, opperbevelhebber der republikeinsche armee, die tegen de Chouannerie moest ageren, wist het, deels door het behalen van overwinningen , deels door verstandige onderhandelingen met de Vendee-hoofden (de voornaamste waren Cormatin, Charette, George Cadoudal, Scépeaux, Frotté, Stofflet, enz.), zoo ver te brengen, dat de Chouannerie eindelijk van zelfs te niet ging. In 1799 stak zij andermaal het hoofd op, doch werd door generaal Brune bedwongen; in 1814 en 1815 vertoonden zich de woelingen der C. op nieuw, doch eindigden toen van zelfs met den ommekeer van zaken in Frankrijk.

< >