Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Chosroës

betekenis & definitie

I, bijgenaamd de Groote, koning van Perzié, uit het geslacht der Sassaniden, volgde 531 zijn vader Cabades (of Cobad) op, herstelde de rampen, aan zijn land veroorzaakt door den oorlog dien zijn vader gevoerd had tegen de Romeinen, en sloot 533 met keizer Justinianus een voordeelig verdrag, dat hij echter zelf reeds spoedig brak. Gedurende tien jaren rigtte hij verwoestingen aan in Syrië, Mesopotamië, Cappadocië; na een langdurigen oorlog noodzaakte hij (562) keizer Justinianus een voor de Romeinen weinig vereerend verdrag te teekenen, naardien daarbij aan Perziê verscheidene provinciën werden afgestaan en gedurende vijftig jaren eene jaarlijksche schatting van 30,000 goudstukken werd toegezegd.

Hij onderwierp tevens verscheidene vorsten in Indië, die het handelsverkeer van Perzié belemmerden; sloeg de Hunnen en de Turken af, die zijne grenzen verontrustten; en breidde zijn rijk aanmerkelijk uit naar het oosten. Toen Justinus, de opvolger van Justinianus, weigerde de bedongene schatting op te brengen, ondernam C. op nieuw eenen veldtogt, rigtte ontzettende verwoestingen aan op het grondgebied der Romeinen, en dwong Tiberius II, die inmiddels Justinus had vervangen, om (579) den vrede te verzoeken. De regering van dezen koning werd verontrust door verscheidene opstanden van zijne zonen tegen hem. De Perzen geven hem de bijnamen van Regtvaardige en Grootmoedige; de Christenen, die door hem vervolgd werden, stellen hem voor als een wreedaardig vorst, die geen andere uitstekende deugden bezat dan zijne dapperheid. Op last van C. I werd het vermaarde boek Kalilah en Dimnah uit Indië gehaald en in het Perzisch overgezet.II, bijgenaamd de Grootmoedige, beklom den troon van Perzié in 590, in de plaats van zijn vader Hormisdas III, die door het volk in de gevangenis was geworpen. Eenigen tijd later werd hij zelf weggejaagd, en ging eene wijkplaats zoeken bij keizer Maurits, die hem grootmoediglijk ontving en hem behulpzaam was om weder op den troon te komen. Toen Maurits later was omgebragt door Phocas, deed C. (604) eenen inval in het rijk, onder voorwendsel den dood van Maurits te willen wreken, rigtte met eene talrijke legermagt groote verwoestingen aan in Klein-Azië, en versloeg de Romeinen in verscheidene gevechten. Maar eindelijk (622) werd hij zelf verslagen door Heraclius, en gedwongen om naar zijn eigen land terug te keeren. In 628 werd hij in den kerker geworpen door zijnen zoon Siroës, die hem liet doodhongeren.

< >