(Joan de),uiteenaanzienlijkspaansch geslacht,was 1446 door paus Eugenius IV tot kardinaal verheven; hij werd met verscheidene gewigtige zendingen in Duitschtand belast, bestreed de leerstellingen der Hussiten, en droeg er veel toe bij, dat een veldslag werd gewonnen, die 1456 aan de Turken werd geleverd onder de muren van Belgrado.
(Bernardino de), neef van den vorige, werd 1493 tot kardinaal verheven door Alexander VI. Tot ambassadeur van Spanje te Rome benoemd, koos hij partij voor Lodewijk XII en keizer Maximiliaan tegen paus Julius II, en werd deswege in den ban gedaan en van de kardinaals-waardigheid ontzet; doch onder Leo X (1513) werd hij in eer en waardigheden hersteld.
(Francesco de), spaansch kapitein, diende in Amerika, droeg veel bij tot devoordeelen, die Vaca de Castro, de gouverneur van Peru, op den jongen Almagro behaalde; C. omhelsde de partij van Pizarro, werd met dezen gevat 1548, en teCuzcoals verrader opgebangen. —” C. (Ludovico Firmin) graaf de la Union, spaansch generaal, geb. 1752 te Lima, werd 1794 aan het hoofd geplaatst der armee genaamd van Roussillon, die tegen Frankrijk moest ageren; doch zijn ondernemen mislukte, en hij sneuvelde kort daarna.
(Tomas José Gonzalez), spaansch staatsman en geleerde, geb. 21 Dec. 1755 te Sevilla, gest. 9 Nov. 1834, vestigde zijnen letterk. roem door zijne meesterlijke metrische vertaling van de dichterlijke boeken des Bijbels, nl. Los Salmos (5 dln., Valencia 1819, dikwijls herdrukt) en Los libros poeticos de la Santa Biblia (6 dln., Val.1827). Oorspronkelijke gedichten van hem komen voor in zijne Opusculos inedilos (13 dln. Madrid 1847).