naam van drie pausen, die echter door de Roomsch-kalholieken anders worden opgegeven, dan door de Onroomschen. t. w.:
I, de heilige (door de Onr. genoemd bisschop van Rome), beklom den stoel te Rome 217, en stierf den marteldood 222; gedenkdag 1-4 Oct.
II (bij de Onroomschen C. 1), zoon van graaf Willem van Bourgondie, verkoren 1119, nam den tegenpaus Bourdin gevangen,en hield hem in den kerker, maakte 1122, door met keizer Hendrik V het traktaat van Worms te sluiten, een einde aan den twist over de investituur, hield 1123 het eerste algemeene concilie van Lateraan, en stierf 1124.
II noemen de Onroomschen een niet door de roomsche Kerk erkenden tegenpaus, wiens eigen naam Johannes Strume was; deze, kardinaal-bisschop van Tusculum, werd door keizer Frederik I als tegenpaus gesteld tegenover s keizers vijand paus Alexander III; doch bij den vrede van Venetië (1177) werd aan het pausschap van dezen C. een einde gemaakt, en nu werd hij benoemd tot stadhouder van Beneventum.
III verkoren 1455 toen hij bisschop van Valencia en raad van koning Alfons van Aragonie en de Beide Sicilién was, heette Alfonso Borgia, was geh. te Xativa bij Valencia, en stierf 1458. Hij benoemde eene commissie, om het regtsgeding van Jeanne d’Arc te herzien, ten gevolge waarvan hare nagedachtenis 1456 gerehabiliteerd werd.
