fr. Byzance, duitsch Byzanz, tegenw.
Constantinopel, stad aan den thracischen Bosporus, werd 656 v. Chr. door Grieken uit Megara gesticht als volkplanting, en kwam, door eene allervoordeeligste ligging begunstigd, al spoedig tot eenen hoogen trap van bloei. Door Darius Hystaspis onder perz. heerschappij gebragt, werd B. daarvan verlost door Fausanias; 411 v. Chr. afvallig geworden van Athene, werd het 409 v. Chr. door Alcibiades weder genomen, doch 405 v. Chr. door Lysander op nieuw aan de Atheners ontweldigd; 357 nam B. deel aan den zoogenaamden Bondgenooten-oorlog, en klom in aauzien en bloei, hoe meer de koophandel van Athene in verval geraakte. Nadat Phiiippus van Macedonië 341 en 340 v. Chr. het trotsche B. te vergeefs had belegerd, behield het ook onder Alexander eene zekere mate van onafhankelijkheid. Onder de heerschappij der diadochen helde het nu eens tot dezen, dan tot genen heerscher over, was later eenigen tijd cijnspligtig aan de Galliërs, en ging toen een verbond aan met de Romeinen, aan wie het veel dienst bewees in hunnen oorlog tegen Mithridates; wederkeerig bleef B. in het volle bezit van deszelfs onafhankelijkheid en,door Rome begunstigd,nog altijd eene koopstad van den eersten rang. In de eerste eeuw onzer jaartelling werd het, even als geheel Thracië.ingelijfd bij het romeinsche rijk; doch anno 193 koos het de partij van Pescennius Niger, en werd toen belegerd door Septimius Severus, die het na een beleg van drie jaren innam, plunderde,en tot den grond verwoestte. Op verzoek van Caracalla weder opgebouwd, had B. zich echter nog niet hersteld tot deszelfs voormalige grootheid, toen keizer Constantijn het (330) tot hoofdstad des romeinschen rijks verhief onder den naam van Constantinopel, en nu werd het weldra een der voornaamste steden van de wereld. Zie CONSTANTINOPEL.