Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bethlehem (nederland)

betekenis & definitie

1) nonnenklooster, in de 13e en 14e eeuw,onder Rottum,prov. Groningen.

2) klooster voor reguliere kanunniken (1179—-1579) in Gelderland bij Doetichem.
3) nonnenklooster in N.-Holland, in de Bangert, onder Wester-Blokker, 1475 gesticht, in de Beeldstormerij afgebroken.
4) nonnenklooster te Dordrecht (1464 tot de Reformatie).
5) klooster van cisterciênser nonnen op het zeeuwsche eiland Schouwen (1300 tot 1572).
6) oudtijds een nonnenklooster buiten de Waardpoort te Utrecht.
7) klooster voor premonstratenzer nonnen, onder Oudkerk in Friesland (1163 gesticht).

Wijders bestond vroeger een B.-klooster te Zwol, te Wateringen (in Z.-Holland), te 's Hage (in het Westeinde). Ook de abdij Jeruzalem op het zeeuwsche eiland Zuid-Beveland werd wel B. genoemd.

< >