Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Reformatie

betekenis & definitie

d. i. Hervorming, de groote Kerkhervorming, waardoor in de 16e eeuw een groot gedeelte van Europa zich losmaakle van de Roomsch-katholicke Kerk, die daardoor ophield de heerschende te zijn, waarmede ook aan den overmachtigen invloed van den Paus onherstelbaar den genadeslag toegebracht werd.

Verschillend worden naluurlijk de drijfveeren beoordeeld, waardoor de •hervormers in hunnen openbaren strijd legen home geleid werden; zooveel is intusschen als onbetwistbaar door iedereen erkend, dat er in de Kerk verregaande en schandelijke misbruiken waren ingeslopen, dat de genade Gods en de vergiffenis van zonden verlaagd waren tot eene ellendige koopwaar, waarmede onder den naam van •aflaat” eene verachtenswaardige negotie werd gedreven. De dominicaner monnik Telzel, door paus Leo X met de taak belast om die aflaten in Duitschlaud uit te deelen tegen betaling van geld, dreef die negotie op zulk eene tegen alle begrip van godsdienst stuitende wijze, dat daardoor het reeds lang gesmeuld hebbende vuur der ergernis tot uitbarsting kwam; 31 Oct. 1517 liet Luther zijne beroemde 95 stellingen aan de Slotkerk te Wittenberg aanplakken. Door tegenspraak en vervolging werd hij hoe langer hoe verder gedreven. Het mocht kardinaal Cajelanns niet gelukken Luther tot onderwerping te brengen (1518); de door Miltitz tot stand gebrachte voorloopige verzoening was slechts van korten duur; reeds bij de Leipziger disputatie (1519) kwam Luther lot de voor Rome's gezag doodende stelling, dat in zake van geloof alleen het gezag van het Bijbelwoord geldt. Die leer vond eenen machtigen steun eensdeels in de voor iedereen handlnstelijke verdorvenheid van zeden, waardoor de geestelijkheid schier overal tot zelfs het laatste greintje van achting had verspeeld; anderdeels in de begeerigheid der vorsten om zich meester te kunnen maken van de rijke kerkelijke goederen, zoomede in de algemeen gevoelde begeerte om ontslagen te worden van den kloosterdwang, zoodat de nieuwe leer zich met ongeloofelijke snelheid uitbreidde, en in vele landen en steden navolging vond: de Protestatie te Spiers 25 April 1529 (vandaar dan ook de naam Protestanten); de door Melanchthon opgesteldeAugsburgsche confessie; de Schmalkaldische bond; de religie-vrede van Augsburg 25 Sept. 1555, van welk tijdstip de rechtsgeldige erkenning van de Protestanten in het Duitsche rijk dagteekent, welke erkenning 1648 ook lol de Gereformeerden uitgestrekt werd. Reeds ten tijde van Luther kenmerkte zich de Kerkhervorming door het ontstaan van verschillende secten, die bijna even vijandig tegenover elkander stonden als tegenover Rome, en die toen reeds het bewijs leverden, dat zich tot in onzen tijd meer en meer heeft bevestigd, dat ware verdraagzaamheid onbestaanbaar is met welke richting dan ook op kerkelijk gebied. Intusschen heeft de R. eene algeheele omkeering teweeggebracht in den vroegeren, voor de waarde van den mensch diep vernederenden toestand. Scheen de R. zich aanvankelijk te zuilen uitbreiden over geheel christelijk Europa, zij heeft zich later hoofdzakelijk beperkt tot de noordsche landen; doch haar invloed heeft zich doen voelen over geheel de wereld, en ook in de Roomsch-kathnlieke Kerk een nieuw leven met kracht doen ontwaken.

< >