Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Belt

betekenis & definitie

is de naam van twee zeeëngten tusschen de Oost- en Noord-Zee. De Groote B. beslaat eene breedte van 2} a 4 mijlen tusschen de deensche eilanden Seeland en Laafand aan de eene, en Funen en Langeland aan de andere zijde.

De KleineB. heeft eene breedte van T's a 2 mijlen, en scheidt Jutland van Funen. De vaart door de beide Belten gaat, vooral voor groote schepen, met veel gevaar gepaard, uit hoofde van de vele zandbanken en de sterke strooming uitdeOostzee, waarom men dan ook meestal de voorkeur geeft aan de doorvaart door de Sond. Somtijds vriezen de Belten digt; 1658 kwam koning Karel Gnstaaf van Zweden over het ijs de Groote B. over met zijne armee, om Kopenhagen te belegeren.

< >