Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Beauvais

betekenis & definitie

lat. Bellovaci, later Ceesaromagus, hoofdplaats van het fransche dept.

Oise, aan de zamenvloeijing van de rivieren Avalon en Thérain, 9 mijlen benoorden Parijs; 16,000 inw.; oudtijds de hoofdstad der Bellovacen in Belgica la; gaf zich 57 v. Chr. aan Cesar over zonder slag of stoot; werd 850 en op verschillende andere tijdstippen verwoest door de Noormannen; werd 1443 door de Engelschen belegerd, doch ontzet door den heldenmoed van Jean Ligniére; 1472 belegerd door hertog Karel den Stoute van Bourgondie, werd B. gered door de heldhaftigheid der burgeressen onder aanvoering van de moedige Jeanne Hachette. In 1810 werd B. bijna geheel vernield door eenen brand. In 845 en 1115 werden te B. conciliëngehouden; het is de geboortepl. van den geleerden Dominicaan Vincentius van B. (Vincentius Bellovacensis), Villiers de 1'ile-Adam, Lenglet-Dufresnoy, Dubos, Restaut, Vaillant, enz.

< >