Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Barlaam

betekenis & definitie

geleerde monnik der Basilius-orde, geb. omstr. 1300 in Calabria uit., gest. 1348. Naar Griekenland gegaan om daar de grieksche taal te leeren, die destijds in Italië geheel onbekend was, ging hij tot de grieksche Kerk over, en stond in hooge gunst bij keizer Andronicus den Jonge, die hem omstr. 1339 naar Rome zond, om hulp te verzoeken tegen de Turken en Bulgaren, en zoo mogelijk eene vereeniging van de beide kerkgenootschappen te bewerken.

Later, toen bij de monniken van den berg Athos bestreed, die beweerden dat het licht van den berg Thabor de ongeschapene glorie Gods was, viel hij in ongenade, en zag zich genoodzaakt Constantinopel te verlaten. Toen keerde hij terug naarltalié, werd weder roomsch-katholiek, en door Clemens V benoemd tot bisschop van Hieracium. Van zijne vele geschriften vermelden wij "Tegen het primaat van den Paus”, in het Grieksch (gedr. Hanover 1608).

< >