Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Arras

betekenis & definitie

lat. Atrebatse, vlaamsch Atrecht,versterkte hoofdplaats van het fransche dept.

Pas-de-Calais,op den regteroever van de bevaarbare Scarpe, met 25,000 inw., levendige kunstvlijt, vooral in kant, batist, tapijten, wollen en gebreide goederen, stijfselen suiker-bereiding, alsook een aanzienlijk handelsvertier in granen, olie, wijn, suiker, zeep, enz. Onder den naam van Ncmetacum of Nemetocenna was A. de oude hoofdstad der Atrebaten, later de hoofdstad van Artois; als zoodanig kwam het aan de hertogen van Bourgondië; sedert 1640 behoorde het voorloopig, sedert 1659 definitief aan Frankrijk. In 407 verwoest door de Vandalen, in 880 door de Noormannen; 1435 het traktaat van Arras (zie FILIPS de Goede); het werd 1477 bezet door Lodewijk XI, kwam 1479 in opstand, werd 1492 genomen door Maximiliaan van Oostenrijk, en door den prins van Oranje in 1578. A. is de geboorteplaats vanLebon.Robespierre en Damiens, alsook van den befaamden Vidocq.Arrats heet het benedengedeelte van de rivier Rats in het fransche dept. Gers.

< >