of Anfried, ook wel Ansfridus of Aufridns, 18e bisschop van Utrecht, was een zoon van Lambert graaf van Leuven en de rijkste grondeigenaar van geheel Braband in de 10e eeuw. Hij was aanvankelijk een beroemd krijgsman, had als zoodanig onder keizer Otto 1 zijn eersten veldtogt gemaakt, toen deze zich naar Italië begaf om Rome te bemagtigen, bij welke gelegenheid hij tot 's keizers zwaarddrager verheven werd.
Na met zijne vrouw Elezinde (Hilsondis of Hilswindis),gravin van Strijën, eene reeks van jaren in liefde en eendragt te hebben doorgebragt (uit welk huwelijk slechts eene dochter, Benedicta, was gesproten), kwamen zij overeen om aan de ijdelheid der wereld vaarwel te zeggen en hunne overige levensdagen toe te wijden aan de dienst Bodes. Tot dat einde stichtte Elezinde op zijnen raad een klooster in hare eigene heerlijkheid van Thorn bij Maaseyk (welk klooster later de vermaarde abdij van Thorn werd). Hunne dochter Benedicta werd daar abdis, en de moeder begaf zich in dat klooster als non. Ook A. omhelsde den geestelijken stand en werd reeds kort daarna (994) tot bisschop van Utrecht verkoren, welke waardigheid hij slechts na lang weigeren en op uitdrukkelijk bevel van keizer Otto III aannam. Hij was ontegenzeggelijk een der vredelievendste bisschoppen, die op den utrechtschen stoel hebben gezeten, daar hij zich schier uitsluitend toelegde op het bevolken en beschenken van kloosters. Het door hem bij Amersfoort gestichte benedictijner klooster Hoogenborst, later Heiligenberg geheeten, werd 18 Nov. 1006 door hem ingewijd. Van ouderdom blind geworden, begaf hij zich als monnik in dit klooster, en stierf daar 3 Mei 1008.