Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Almeloveen

betekenis & definitie

(Jan), ook Almeloven geheeten, bekwaam kopergraveur, geb. in Holland 1611 of 1624, gest. 1650, leverde uitmuntende kopergravuren naar Saftleeven (waaronder de 4 jaargetijden), en teekende zijne stukken met J. A.

(Theodorus Janssonius van), nederlandsch geleerde, geb. 24 Julij 1657 te Mijdrecht, gest. 29 Julij 1712, te Amsterdam, waar hij den vacantie-tijd doorbragt,onderwees achtereenvolgend de historie, de grieksche taal en de geneeskunde te Harderwijk. Heeft geachte uitgaven geleverd van Hippocrates, Celsus, Apicius Coelius, Strabo en Juvenalis, zoomede van de Fasti Consulares van Quintilianus; hij schreef eene Dissertatio epistolica de vilis Stephanorum (Amst. 1683) en verscheidene andere werken vol geleerdheid.

< >