een verbond tusschen twee of meer mogendheden. Men onderscheidtOliensieve en Defensieve Alliantien; wijders krijgs-alliantiën, waarbij alle partijen zich verbinden den oorlog tegen den gemeenschappelijken vijand te voeren, met al de krachten waarover ieder te beschikken heeft; eenvoudige hulp-alliaritiën, waar met de eigentlijke oorlogvoerende partijen ook de zoodanige verbonden zijn, die slechts eene bepaald overeengekomene hulp verstrekken; subsidie-alliantien, waarbij de eene mogendheid hare troepen slechts in soldij der andere stelt, zonder zelve deel te nemen aan den oorlog, of waarbij de hulp der bondgenooten alleen bestaat in geldelijke bijdragen.
Alliantien van drie mogendheden hebben ook somwijlen den naam van Triple-alliantie gevoerd. Zoo, bij voorbeeld, die te ’s Gravenhage geteekend 1717 tusschen de Algemeene Staten, deu koning van Engeland George I en den regent van Frankrijk Filips van Orleans, tegen Spanje’s eerzuchtige plannen gerigt; zoo de groote A. van het Noorden, tusschen Denemarken, Rusland en Polen geteekend te Koppenhagen 1697, en verbroken door de overwinningen, die Karel XII van Zweden behaalde (1700) op Denemarken en (1706) op Polen, doch hernieuwd (1709) na zijne nederlaag bij Pultawa. De meest bekende is die van 1668 tusschen Engeland, Zweden en Holland tegen Lodewijk XIV.
De eerste Quadruple-alliantie, indirect insgelijks tegen Lodewijk XIV gerigt, werd 1674 tusschen Holland, Denemarken, Brandenburg en Limburg gesloten.Van meer gewigt was de A., die 1718 tusschen Engeland, Frankrijk en Oostenrijk gesloten werd, en waaraan men, daar men ook op de toetreding van Holland rekende, insgelijks den naam van Quadruple-alliantie gaf; deze A. was tegen de eerzuchtige plannen van het door Alberoni geleid wordende Spanje gerigt. De jongstverledene Quadruplealliantie werd 1834 gesloten tusschen Engeland, Frankrijk, Spanje en Portugal, hoofdzakelijk ter bescherming van de nieuwe gouvernementen in beide laatstgenoemde landen en ook van dat in Belgiè. Zie VERBOND.