Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Afranius

betekenis & definitie

1) A. (Lucius), een romeinsch blijspeldichter, leefde omstreeks 95 jaren voor Chr. Hij bepaalde zich niet, gelijk Piautus en Terentius, hij eene navolging der grieksche blijspelen, maar legde zich er op toe de zeden van zijn land en de dwaasheden van zijne eeuw’ te schilderen.

Hij was de schepper van het romeinsche nationale blijspel (Fabula togata). Van zijne veie blijspelen zijn echter slechts eenige fragmenten tot ons gekomen, welke te vinden zijn in het Corpus poetarum latinorim.—2) A. Stellio, de aanvoerder der Romeinen, die te Uscana in lllyriè door koning Perseus van Macedonië ingesloten en belegerd werden (169 v. Chr.). Genoodzaakt met hem te onderhandeleu wegens de overgave, brak Perseus de aangegane overeenkomst, ontwapende de bezetting en hield ze gevangen.
3) A. (C.), bekend uit den strijd tusschen Pompejus en Cesar als een trouw aanhanger van eerstgenoemden. Reeds vroeger had hij gediend, eerst in den oorlog legen Scrlorius, vervolgens tegen Mithridates. Door de hulp van Pompejus werd hij consul in het jaar 60 v. Chr.; en toen Pompejus Spanje ontving als wingewest, werd A. er zijn legaat (54 v. Chr.). Toen de strijd tusschen Cesar en Pompejus uitbrak (v. Chr. 49) bevond A. zich nog in Spanje, en, gemeenschappelijk met zijnenmedelegaatPetrejus,verdedigde hij het manmoedig, doch zag zich eindelijk genoodzaakt de wapenen neder te leggen. Hij verliet Spanje met Pctrejus, en beiden begaven zich naar Pompejus te Dyrrhachium. Deze sloeg hunnen verständigen raad, zich tegen Italië te keeren, in den wind, en werd daarop hij Pharsalos geslagen. A. vlugtte naar Afrika, nam onder Cato, Scipio en Juba deel aan den slag hij Thapsus (46 v. Ch.), en nam daarop de wijk naar Spanje tot den jongeren Sextus Pompejus. Kort daarop viel, hij benevens verscheidene andere pompejaansche aanvoerders, in handen van Cesar, en werd öf op diens bevel ter dood gebragt óf in eenen oploop door diens soldaten vermoord.
4) A. Burrus. prcefectus pnetorio onder keizerClaudius, werkte gemeenschappelijk met den wijsgeer Seneca niet ongunstig op keizer Nero, en weigerde dezen vastberaden zijne medewerking tot het vermoorden van Agrippina en van keizerin Octavia, Nero’s gemalin. Hij was een dapper soldaat en een bekwaam staatsman. Waarschijnlijk deed Nero hem omkomen door vergif, tot groot leedwezen der Romeinen.
5) A. (Quintilianus) werd op last van keizer Nero ter dood gebragt, als medepligtig aan eene zamenzwering. Met hem stierven Seneca, de dichter Lucanus en vele anderen.

< >