Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Adolf (nassau)

betekenis & definitie

graaf van Nassau, zoon van Johan, graaf van Nassau, en Maria, Engelbrecht van Nassau's dochter, werd door keizer Maximiliaan tot zeer gewigtige staatsambten geroepen, werd 1481 stadhouder van Zutphen en 1488 tevens stadhouder van Gelre. Toen hertog Karei, de zoon van Adolf van Gelre (zie het vorige artikel), uit zijne gevangenschap in Frankrijk terugkeerde, huldigden de Gelderschen dezen dadelijk als hunnen heer, en verklaarden den eed van getrouwheid, aan Maximiliaan gezworen, voor vervallen.

Adolf keerde nu (1491) naar Duitschland terug, bekleedde daar nog menige gewigtige betrekking, vervulde menig gezantschap en stierf 1511.Adolf van Nassau, geb. 11 Julij 1540, vierde zoon van graaf Willem van Nassau (den oude) en van Juliana, de dochter van Botho graaf van Stolberg, rukte met zijnen broeder Lodewijk het land van Groningen binnen tegen de Spanjaarden, deed met honderd ruiters den eersten aanval in den slag bij het klooster Heiligerlee, waarbij hij sneuvelde, ter plaatse waar in 1826 een gedenkteeken is opgerigt.

(de jonge), geb. 8 November 1584, derde zoon van Jan, graaf van NassauSiegen, en Magdalena, de dochter van Samuel, graaf van Waldeck. Hij trad zeer jong in nederlandsche dienst, en nam in 1608 de taak op zich om de zeer traag opgebragt wordende brandschatting in het Luxemburgsche te gaan innen. Die taak met zeer goed gevolg volbragt, nam hij op den terugtogt 60 vijandelijke soldaten uit Rijnberk gevangen, die hij echter edelmoedig weder losliet. Zij beloonden hem daarvoor door hem te verraden aan den spaanschen gouverneur van Rijnberk. Een gedeelte zijner ruiters, in het dorp Finen beneden Xanten vernachtende, werd door 768 man overvallen, en wie zich niet door de vlugt konden redden werden gevangen genomen. Daarop trok de spaansche bende op het dorp Wanum aan, waar Adolf met de zijnen en zijnen buit nachtverblijf hield. Hij rende met dertig zijner ruiters op de overmagt los, en deed wonderen van dapperheid ; hoezeer zijne inmiddels allen aangerende ruiters eene glansrijke overwinning bevochten, bezweek graaf Adolf reeds vóór den afloop aan de vele ernstige wonden, door hem te midden van de overmagt bekomen. Zijn dood werd diep betreurd, want hij was een jonkman van uitstekenden moed, groot beleid en vele edele deugden.

< >