Excretio, het einde der spijsvertering en der stofwisseling. De stoffen, die door het lichaam worden uitgescheiden (excreta) bestaan eensdeels uit zoodanige substanties, die voor het onderhoud van het leven verder nutteloos of schadelijk zijn, anderdeels uit in overmaat toegevoerde voedingsstoffen.
U. heeft in verschillenden vorm plaats. In de eerste plaats door den darm. Een deel van ons voedsel is onverteerbaar. Deze resten en het te veel genotene, een en ander gemengd met spijsverteringssappen, darmslijm en darmepitheliën (cellen van het slijmvlies) worden door den darm uitgescheiden als ontlasting. De nieren scheiden met de urine weer andere afgewerkte producten uit. Ook het koolzuur, dat bij de ademhaling ontwijkt, moet als een uitscheidingsproduct worden beschouwd. Verder worden door de huid stoffen uitgescheiden, waartoe verschillende organen aanwezig zijn: de zweetkliertjes van zoogdieren en visschen, de fleschvormige kliertjes in de huid van vele kruipende dieren behooren daartoe. Sommige dieren hebben bijzondere organen, waarin een stof wordt gevormd, die daaruit naar buiten wordt gevoerd en alsdan op eenigerlei wijze nuttig voor het dier wordt. Zoodanige organen zijn de spinwerktuigen van spinnen, de gifklieren van sommige slangen, van vele insecten, spinnen, schorpioenen; de netelorganen van kwallen, de wasklieren der bijen en hommels, de inktzak der koppootige weekdieren, enz. Maar al te vaak worden uitscheidingsproducten = excreta verward met afscheidingsproducten (secreta), b.v. gal, speeksel, buikspeeksel, enz.