Van deze plantensoort geven v.n.l. twee vertegenwoordigers aanleiding tot vergiftiging, n.l. de gemeens waterscheerling (cicuta virosa) doordat haar wortelstok wordt verwisseld met dien van de pinksternakel, en de gevlekte scheerling (conium maculatum) door verwisseling met andere schermbloemigen, b.v. peterselie of vermenging met anijszaad. De waterscheerling is het gevaarlijkst; de vergiftiging verloopt onder braken, diarrhee, krampaanvallen en collaps in den regel doodelijk.
De behandeling bestaat in spoedige maagspoeling of opwekken van braken; als tegengif wordt gegeven een sterke oplossing van looizuur of desnoods sterke, gekookte thee. De gevlekte scheerling, ook wel dolle kervel genoemd, veroorzaakt spierverlamming; behalve maagspoeling en braakmiddelen geve men hierbij inwendig een halve gram overmangaanzure potasch op één Liter water. Zoo noodig opwekkende middelen (excitantia) en kunstmatige ademhaling.
