Deze aandoening is gekenmerkt door een droge, ruwe huid, met verminderde afscheiding van zweet en huidsmeer; een vermindering van het intellect, een algemeene vermindering der stofwisseling (lager lichaamstemperatuur, minder bloedkleurstof), en een verdwijnen van de schildklier. De verschijnselen zijn het gevolg van een gebrekkige werking der schildklier.
Er bestaan verschillende vormen;1. Aangeboren M.; hierbij blijft het lichaam sterk achter in ontwikkeling, de geest blijft kinderlijk, geslachtsrijpheid treedt niet in;
2. Operatief M. of Cachexia Strumipriva (Kocher), een gevolg van het geheel wegnemen der schildklier bij krop (zie ook Kropgezwel) ;
3. Endemisch M. of Cretinisme (zie aldaar); bij dezen vorm is de schildklier wel is waar vergroot, maar daarbij ontaard, zoodat de functie toch slecht is;
4. Spontaan optredend M. bij volwassenen; komt vooral bij vrouwen in het climacterium voor.
Behalve deze komen nog weinig ontwikkelde vormen voor. In alle gevallen bestaat de behandeling in toediening van schildklierweefsel; dit kan gegeven worden als rauwe zwezerik, als poeder, in tabletten en als jodothyrine. In ieder geval moet deze behandeling voortdurend door een geneesheer gecontroleerd worden.