Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Grafsteen

betekenis & definitie

Er staat langs de weg geen steen op een graf als een verwant die niet opricht'. Grafmarkering en grafbescherming is de oudste vorm waarin wij het plaatsen van een steen moeten zien. Wanneer doden in het open veld of langs heerwegen werden begraven, was herkenning een noodzaak evenals bescherming tegen de destijds vrij rondlopende wilde dieren (aasvreters.) Het opwerpen van een steenhoop op een graf had dus een tweeledig doel.

Het leggen van een steen op een graf door een voorbijganger diende een goed doel, waarbij degene die de steen aanbracht, hoopt dat ook zijn graf een dergelijke bescherming zal krijgen. Op joodse begraafplaatsen wordt bij geliefde doden en uit eerbied voor de dode, een steentje op het monument gelegd, soms vergezeld van een briefje met een gebed of een wens. In tegenstelling tot Zuid-Europa kent Nederland geen rijke grafcultuur. De eerste grafstenen en monumenten verschijnen als de kerstening een volledig feit is. De adel, die als eerste gebruikmaakte van de kerk als begraafplaats, plaatste op het graf of grafkelder een herdenkingssteen. Dit heeft de aanzet gegeven tot het plaatsen van liggende zerken. Op het terrein rondom het kerkgebouw (cimiteria ecclesiae, kerkelijke slaapsteden) werd de bevolking begraven. Voor zover bekend werd er doorgaans niets of soms een houten plank of kruis op het graf geplaatst. Bescherming tegen dieren was geen noodzaak, aangezien door verschillende bepalingen, de kerkhoven waren beschermd door een muur, gracht of doornenhaag. Oude joodse begraafplaats te PraagEen fragment uit een mandement van de koorbisschop van Utrecht uit 1568 luidt: ' .. karchoven bevreyen. Noch wort bevolen, dat allen karckhoven en de gewijdte plaatsen daar den heyligen dooden lichamen begraven worden zullen bevryet (beschermd) en omsingeld worden met mueren, stakettinge oftte grafften . .' . Grafstenen kwamen voor op die begraatplaatsen in Nederland waar of geen kerk aanwezig was of waar nooit in de kerk werd begraven, zoals in Huisduinen bij Den Helder. Grafstenen en monumenten zoals wij die nu kennen, komen voor het eerst voor na het verbod tot begraven in kerken per 1 januari 1829. De aanleg van begraafplaatsen buiten de steden, vaak in Engelse landschapsstijl (romantische periode), was voor menig goed gesitueerde burger een reden om op het graf- of de familiekelder beeldhouwwerk te laten aanbrengen. Vele van deze monumenten zijn voorzien van een rijke doodssymboliek en/of teksten en gedichten. In de kerkvloer lagen uitsluitend liggende stenen, op het kerkhof waren het hoofdzakelijk staande stenen. Gedenkstenen buiten behoren verticaal te zijn, zodat het water er van kan aflopen. Volgens de animistische gedachte mag er geen water op een graf staan. Het zou de ziel kunnen verhinderen te vertrekken. De vorm en het materiaal van grafstenen heeft sinds 1829 een geweldige ontwikkeling ondergaan. Na de treurige rijen van één en dezelfde maat en kleur grafstenen (zogenaamde soldatenkerkhoven) op vele algemene begraafplaatsen in de jaren 1960-1990, is er sindsdien weer variatie. De moderne techniek zorgt voor een enorme keus zowel in steen, hout, metaal als glas. zie ook: animisme, edda, gietijzer, houten grafmonument, lijkplank.Stenen grafkruis anno 1616 te Asselt