Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Kortnat

betekenis & definitie

Zeker tot halverwege de 18de eeuw was het heel gebruikelijk om wijn of sterke drank aan te duiden als nat. Cats had het al over 'het hoofdig nat', en daar bedoelde hij wijn mee. Nat werd ook gebruikt voor 'dronken'. Denk maar aan de natte gemeente en nathals.

In Gent werd met kortnat een 'borreltje' aangeduid. Deze betekenis is in 1881 voor het eerst opgemerkt. Net als bij kortedrank moet kort hier worden opgevat als 'geconcentreerd, krachtig, sterk'. In oude kookboeken is kortnat een gangbare aanduiding voor 'met weinig water'. Kortnat is alleen bij Zuid-Nederlandse schrijvers gevonden. Zo had de Antwerpse onderwijzer D. Sleeckx het omstreeks 1882 over 'een metselaar, die de ongelukkige gewoonte had den zaturdag avond drie vierden van zijn loon in kort nat te verteren'. Zijn leerling Gustaaf Segers schreef in 1917 in De Kempische Wereld:
Zij dronken hunnen grooten borrel Schiedam, dien men nergens zoo zuiver kon hebben; hij werd dan ook uit het naburige Holland gesmokkeld. [...] Jan slokte duchtig, en scheen vol wellust het kortnat te kauwen. Kortnat wordt soms ook verklaard als een 'glaasje dat snel op is, dat kort nat is'. Deze verklaring berust echter op zogeheten volksetymologie. In 1952 is in Vlaanderen de borrel naam kort vocht gevonden.