Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

schuine deur, achter de -

betekenis & definitie

In het pandjeshuis. De uitdrukking wordt o.a. vermeld door Harrebomée. Vgl. ome* Jan.

Bram ging met looden schoenen niet dewijl het kind al weet welk eene droevige ervaring er in het woord der behoeftigen schuilt: ‘het gaat er heen als eene veêr, het komt weerom als een steen,’ neen, dewijl ook hij een’ instinktmatigen afkeer had van de schuine deur, die men niet binnengaat, maar insluipt.

E.J. Potgieter: 't Is maar een pennelikker. 1842

Vaders hand maakte een beweging naar het vestzakje: o jawel da’s leeg, ook al weer leeg, want z’n klokkie staat achter de schuine deur.

Jan Mens: Mensen zonder geld. 1939