Wat is de betekenis van weerom?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weerom

weerom - Bijwoord 1. nog een keer, opnieuw Hij heeft weerom daarover geklaagd. 2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord: terug weeromkeren: De lente keerde weerom en overal waren er bloemen en fluitende vogels in het frisse groen. ...

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

weerom

(Al)weer, opnieuw, wederom; soms bep.: al (weer). Hij monkelde, maar zijn mond werd strak, als hij weerom dit luien hoorde, VAN HEMELDONCK 1945, 5. Duurt het weekend te lang, dan zijn de kinderen de stof weerom vergeten, Vrouw en Wereld juni 1976, p. 25. Daar ik de klub „Werken aan je huwelijk...” reeds enkele keren gaf, moet i...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Weerom

adv., werom.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

weerom

bw.; zie w e d e r o m.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weerom

(we:r'om) bw. wederom, weeromkomen (kwam weerom, is weeromgekomen) terugkomen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Weerom

1. terug, van iets kerend: men zag hem nooit weerom; 2. terug, weer in het bezit komend: hier heb je je mes weerom.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WEEROM

WEEROM - bw. opnieuw, nog eens : nu vraag ik weerom : .,Waarom deedt gij dat? — terug : hier is het weerom.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)